Het woord waaraan deze dienst ten grondslag ligt komt uit de 2e brief van Paulus aan de gemeente te Korinthe, hoofdstuk 5, vers 20.
Hierin handelt het over de verzoening van God met de mensheid. Hiertoe zond hij Zijn Zoon die voor alle mensen, levenden en doden, zijn offer bracht.
Als aanvangslied zingen we samen lied 159 “Nog staat Gods poort wijd open”.
Aan deze dienst is op allerlei wijze veel voorbereiding vooraf gegaan.
De bloemschiksters riepen op tot het brengen van bloemen op zaterdag en velen hielpen bij het aankleden van het altaar. En, door deze gezamenlijke inspanning was het altaar werkelijk prachtig, Conform de oproep werden zeer diverse bloemen in allerlei kleuren gebracht. Alle met een verhaal.
Omdat het in mijn bruidsboeket zat. Omdat het in het bruidsboeket van mijn ouders zat. Omdat ik ze mooi vind. Omdat ik dankbaar ben. Omdat deze bloem mijn moeder typeert, omdat , omdat. Ieder had zo zij eigen redenen en gevoel. Tot de voorbereiding behoorde, naast het voorbereiden van de prediking, niet alleen de bloemversiering. Ook het koor en de dirigenten hadden zich opnieuw terdege voorbereid.
Als aanvangslied zong het koor op zeer ingetogen wijze het welbekende “I ‘m praying for you” waarmee de sfeer direct gezet was. Hemels!
In de prediking ging onze voorganger in op Gods almacht en dat Hij ons allen kent , al toen Zijn Zoon zijn offer bracht. Ook diegenen die het aardse leven moesten afleggen zonder God gekend te hebben. Voor dezen is ook vandaag de weg vrij om tot God te komen.
Na de prediking zingt het mannenkoor het lied “Heer breng ons thuis”.
Priester Bouwmeester diende mee en ging nader in op de bloemversiering. Niet alleen de diversiteit maar ook dat er geen voorkant en geen achterkant is. Het is van alle kanten even mooi. Dit betrekt hij op de zielen van alle mensen, allemaal even mooi en voor God geen verschil.
Na de zondenvergeving en de viering van het Heilig Avondmaal nodigt de voorganger alle ambtsdragers en ambtsdragers in ruste op het altaar. Hierna wordt gezamenlijk gebeden voor de zielen aan gene zijde. Daarna zingt het koor een oorspronkelijk Spaans lied, in het Nederlands vertaald als “kon dit maar zijn, de laatste dienst”. Daarmee ons aller gevoelens onder woorden brengend.
Na het dankgebed en de zegen zingt het koor tenslotte nog “How great Thou Art”.
Dit wordt ervaren als een prachtige afronding van een sfeervolle en bewogen ontslapendienst.
Terugblikkend kan niet anders gezegd worden dan dat voorbereiding, prediking, muziekkeuze, ja alles wat een dienst maakt, naadloos op elkaar afgestemd waren. Hierdoor, zo bleek uit de reacties, beleefden alle aanwezigen een bijzondere dienst.